Voorbeeld taak- en resultaatdoel individu

Trainen van doelen stellen

Je krijgt nu een voorbeeld vanuit de tennis, maar jij weet precies welke fysieke, technisch, tactisch of mentale aspecten voor de sport waarin jij werkt belangrijk zijn. Daaruit kun je eindeloos putten. Hier een aantal oefeningen voor tijdens de training waarbij de sporters het verschil ervaren tussen taak- en resultaatdoel.

Taakdoel

Kinderen kunnen snel schakelen en houden afwisseling. Je kunt de taken ophangen en de spelers laten rouleren. In de foto hierboven zie je de taak: gesloten voetenstand. Zo kun je terwijl de spelers een fysieke uitvoering doen hen laten richten op verschillen taakdoelen. Waarbij je tussendoor vraagt: ‘Lukt het op je taak te richten?’ ‘Heb je jouw uitvoering verbeterd?’ ‘Wat ging er dan beter (of slechter)?’ 

Resultaatdoel

Zodra je een puntensysteem, verplichte tijd of score toevoegt dan zie je wat bij je sporters veranderen. Aan de ene kant een alertheid die zorgt voor verbetering, omdat ze het zo graag goed willen doen. Aan de andere kant verkramping, omdat ze het niet uit kunnen staan als het niet lukt. Van beiden wil jij ze bewust maken.

Bijvoorbeeld bij tennis. Markeer een punt waarop ze moeten slaan. Zeg: “Wie het eerste tien keer raak heeft, is de winnaar. Missen betekent opnieuw beginnen!”
Vooral het missen kan superfrusterend werken voor de resultaatgerichte tennissers, die worden pislink.

Dit is mooi om te bespreken:
“Waar was je mee bezig (punten of taak),  ging je er beter door spelen, wat heb je gedaan om beter te spelen?”