KOP IN Online Trainers Training

Een sterke coach kent zichzelf en de sporters waar hij mee werkt door en door.

Met de Online Trainers Training KOP IN leer je jouw sporters te begrijpen en kan je bijsturen als dat nodig is. Hoe maak jij contact met jouw sporters? Wat zeg je en wat doe je? Wat is je lichaamstaal en hoe verkoop je jouw beslissingen? Wat kun je doen aan mentale belemmeringen van individuele sporters of je team? Hoe train je mentale vaardigheden (zelfvertrouwen, concentratie, plezier) tijdens jouw fysieke training? 

Karateka en bondscoach Geoffrey Berens vertelt hoe je mentaal kan verwerken in je fysieke training.

Basis en verdieping

De meeste coaches hebben het druk. Daarom hebben we KOP IN laagdrempelig gemaakt. Het kost je 2x 30 minuten per maand. Je leert  alle sportpedagogische/psychologische en didactische basisvaardigheden die je nodig hebt, wanneer je met jonge sporters werkt. Voor coaches die meer willen zijn er verdiepingsopdrachten en extra literatuur (praktisch en wetenschappelijk) vanuit de pedagogiek en sportpsychologie.

Je krijgt tips van sportpsychologen, maar ook van coaches, (top)sporters, ouders en sporters.

Alles wat je leert kun je direct toepassen tijdens jouw trainingen.

 

Hoe ziet het online programma er uit?

Het programma duurt vijf maanden met iedere maand één thema. Zo krijgen jij en je sporters de tijd de mentale vaardigheden te oefenen en toe te passen bij trainingen en wedstrijden.

 

Online structuur per onderdeel:

  1. Introductie
  2. Theorie
  3. Kijk in Perspectief: Zelfreflectie
  4. Handel in Perspectief: Praktijkoefeningen
  5. Filmpjes, Artikelen en Verdieping

1.1 Wie ben jij als coach?
Je wordt je bewust van jouw (coach)gedrag op en rond de sportplek:
Mentale Coach Checklist
Rolmodel: Hoe kinderen en ouders jou zien.

1.2 Toepassing van de GAS- en REM methode
GAS- en REM vragenlijst
Toepassing GAS- en REM methode in jouw team / groep.

2.1 Hoe motiveer jij jouw sporters?
Zelfvertrouwen en plezier zijn de belangrijkste voorspellers, dat kinderen willen blijven sporten. Je leert:
Sportieve doelen stellen gericht op ontwikkelen en leren;
Aanleren van mentale vaardigheden onderdeel maakt van je fysieke training.

2.2 Waar loop je tegenaan als coach?
Je leert:
Coachen van pre-pubers (9-12) of pubers (13-16)
Coachen van bijzondere sporters.

3.1 Hoe stimuleer je vertrouwen?
Je straalt passie voor de sport uit. In non- en verbale communicatie toon je jouw waardering voor sporters en ouders. Je leert:
Autonomie;
Prestaties los te koppelen van ‘mens zijn’.

3.2 Hoe maak je verbinding met je sporters en hun ouders.
Wanneer jij verbinding maakt met je sporters en hun ouders zal onderling vertrouwen groeien. Er komt meer ruimte naar elkaar uit te spreken waar de behoeftes liggen.  Je leert:
Open communiceren met jouw sporters en ouders;
Verbinding maken.

4.1 Hoe leg je het accent op welzijn boven winst?
Winst (ranking, tijd, score) is direct zichtbaar en geeft kortdurende motivatie. Welzijn (o.a. zelfvertrouwen en plezier) geeft langdurige motivatie te willen blijven sporten. Je leert:
Taak versus ego (resultaat);
Presteren met plezier.

4.2 Hoe train je een positieve of neutrale blik?
Jouw sporters positief of neutraal naar zichzelf kijken;
Nieuwsgierig coachen: op zoek naar vernieuwing, verbetering en groei.

5.1 Hoe laat je sporters presteren met plezier?
Ieder kind beleefd sport op zijn eigen manier. Soms gaat het goed, soms zit het tegen. Je leert:
Hoe je weerbaarheid traint
Kinderen trots laten zijn op inzet en intentie.

5.2 Hoe houd jij je training plezierig?
Kinderen blijven sporten als ze het leuk vinden. Je leert:
Grappige trainingsvormen waarmee je de kinderen mentaal en fysiek traint;
Oefeningen voor verbinding.

En de didactische opzet van de Veldtraining