Coachen van sporters met kenmerken van autisme

Sommige sporters begrijp je gewoon niet goed. Ze weten alles beter of zijn als enige heel boos om iets. Ga altijd na waarom een sporter zich zo gedraagt. Wanneer je dit begrijpt stoort het jou minder. Zo ontmoette ik een volleyballer die pislink een wedstrijd verliet, terwijl iedereen aan het juichen was. Hij was boos, want hij had een bal verkeerd geslagen.

Autisme kenmerken

Sporters met een stoornis in het autistsch spectrum, PDD-NOS hebben vaak heel veel sociale eigenschappen, waardoor je het niet zo goed doorhebt. Tot er zich een situatie voordoet waarbij je merkt dat de manier van redeneren bijzonder is.

Zo vinden deze sporters het lastig het grote geheel te overzien. Zoals bij het voorbeeld van hierboven: de wedstrijd heeft het team gewonnen maar de sporter richt zich op één detail. Dit noem je tekortschieten van centrale coherentie, waarbij de informatie onvoldoende in de context wordt geplaatst en er te weinig flexibiliteit van denken is.

Andere kenmerken waar deze sporters tegenaan lopen zijn:

  • problemen met de relatie en interactie,
  • informatie anders ontvangen en ervaren,
  • onvermogen om vanuit meerdere perspectieven te aanschouwen,
  • problemen in de prikkelverwerking,
  • problemen met snel van aandacht wisselen
  • moeite met groepsproces. 

Omdat het soms onlogisch is hoe zij praten en handelen roepen zij vaak weerstand bij je op. Zo kan een veertienjarige sporter jou vertellen dat je het toch echt helemaal verkeerd doet. Dat is misschien één keer leuk, maar als hij dat elke training doet, dan ga jij je daar aan storen.

Wees duidelijk en kort. Spreek met deze sporter af, tijdens de training wil ik geen correcties horen. Leg na de training een keer uit waarom je dat prettiger vindt.

Wat helpt sporters met kenmerken van autisme?

  • Leer deze sporters probleemoplossend handelen, door gebruik van duidelijke schema’s van handelen;
  • Geef ze steun door middel van een materiaallijstje of laat een maatje helpen;
  • Ga na waar probleemgedrag vandaan komt, dus wanneer ontstaat het, wat is je rol als trainer, wat is de sociale context; 
  • Wees alert op eerste verschijnselen van verwarring en geef dan rationele korte uitleg; 
  • Wees voorspelbaar;
  • In plaats van de relatie, staat het sportpresteren centraal; 
  • Accepteer het gebrek aan betrokkenheid in de groep en doe geen appel op empathie. 

Wanneer je uitgaat van onvermogen in plaats van onwil help je de sporter al, omdat hij zich vaak onbegrepen voelt. Doordat iedere sporter met autisme weer anders is, zul je dus echt achter die unieke kenmerken moeten komen. Ouders kunnen hier een belangrijke rol in spelen. Vraag bij hun na wat hun kind helpt en wat niet.