Coachen van prépubers 9-12 jaar

Prépubers is een prachtige groep om training te geven. Zij vinden heel veel leuk en doen snel enthousiast mee. Zij zitten in de laatste fase van hun basisschool.

Inspanning

Tussen negen en twaalf jaar leren kinderen, dat er een verschil is tussen ergens goed in zijn en ergens je best voor doen. Inspanning geeft geen garantie voor succes, maar ze ervaren wel dat dit helpt. Daarom is het nuttig juist in deze periode hier extra aandacht aan te besteden en in jouw coaching ‘inspanning’ te benoemen en te belonen.

De talenten die als kind de beste waren, zie je vaak niet meer terug. Ik was geen grote uitblinker bij de jeugd. Juist omdat ik minder sterk was, moest ik technisch en tactisch extra vaardigheden ontwikkelen, om toch tegenstand te kunnen bieden bij wedstrijden. 

– Mark Huizinga
Judoka winnaar Olympisch goud (2000)

Relaties

Sport is een stimulerende omgeving om sociale vaardigheden te leren, zoals: luisteren naar instructies, communiceren, samenwerken en omgaan met tegenslagen. Kinderen van deze leeftijd zijn heel prestatiegericht. Hun zelfbeeld is nog niet altijd realistisch. Hoe zij tegen zichzelf aankijken, kan los staan van hoe de situatie vaak echt in elkaar steekt. Zo kunnen ze uit hun dak gaan na de eerste fout en zichzelf heel slecht vinden, terwijl er nog een hele wedstrijd is om dit te herstellen. Of ze raken geïrriteerd, wanneer je als trainer een persoonlijk verbeterpunt noemt. De complimenten die je ook benoemd heeft zijn ze voor het gemak vergeten.

Jij als trainer geeft feedback op de prestaties van het kind. Dit ontwikkelt zijn zelfconcept. Zelfconcept is dat een kind een realistisch beeld ontwikkelt over zijn eigen talenten en vermogens en de grenzen hiervan erkend en er tevreden over kan zijn. Dit is een hele belangrijke voorspeller van het gedrag dat het kind laat zien.

Dus wanneer een kind gelooft in zijn atletisch vermogen, dan zal hij ook eerder willen deelnemen aan onderdelen waar dit van hem gevraagd wordt. Positieve feedback geven helpt dus.

Hier de psychische en sociale kenmerken voor je op een rijtje:

Psycho-sociale kenmerken  Sportcoach in perspectief
Enthousiast en ongeduldig
  • Houd je uitleg kort (praatje-plaatje-daadje).
  • Herkenbare structuur geeft rust.
  • Laat de sporters al oefenend leren.
Grote spel- en bewegingingsdrang.
  • Geef ze afwisselende spelvormen.
  • Rem ze af, als dat nodig is.
Krijgt graag aandacht.
  • Geef persoonlijke feedback.
Geeft zijn mening vanuit zijn beleving.
  • Vraag na afloop aan de groep naar ervaringen.
  • Geef kinderen de ruimte en luister naar hun ideeën.
Beeld dat het kind van zichzelf heeft (zelfconcept) is zwart-wit.
  • Breng nuancering aan in zijn blik op zichzelf bij winst en verlies.
  • Besef dat wanneer je tegen de ene sporter zegt dat hij het goed doet, de ander denkt en ik dan…
Winstgericht
  • Benoem de positieve kanten van strijdlust, want die zijn er zeker;
  • Vraag naar beleving: was het leuk?
Heel sterk rechtvaardigheidsgevoel
  • Het eerlijk-oneerlijk gevoel voed je, door zelf commentaar op de tegenstander of de scheidsrechter te leveren.
  • Sport werkt uitstekend om dit te trainen. Het leven is soms oneerlijk. Dus wen er maar aan.
  • Leer de sporter zich druk te maken over datgene waar hij zelf invloed op heeft.
Leert hoe sociale structuren in elkaar zitten. Ze hebben daardoor beter door hoe de sportgroep in elkaar steekt, wie de leider is.
  • Kinderen hebben vragen: waarom mag hij……? Geef toelichting zonder oordeel.

Cognitieve ontwikkeling (leerproces)

Het gaat om het mentale proces van opslaan, verwerken, terughalen en toepassen van kennis en informatie. Bij sport leren kinderen problemen oplossen, zich op hun taak te richten, informatie te filteren en doelen te behalen. Fysieke activiteit zorgt voor betere doorbloeding van je hersenen. Het stimuleert de aanmaak van nieuwe zenuwcellen en het ontstaan van meer verbindingen tussen zenuwcellen.

Simpel gezegd: van sporten word je slimmer. Stap voor stap gaan de kinderen complexere trainingsvormen begrijpen. Hoe groot die stappen zijn en het tempo ervan verschilt per kind.

Sport in Perspectief Tip: Houd rekening met de cognitieve verschillen in je trainingsgroep. Dit doe je door je praatje kort te houden. Als je merkt dat kinderen afgeleid raken, dan is het voor die kinderen al te lang of je praatje spreekt niet aan.

Het inzicht in oorzaak en gevolg is volop in ontwikkeling. Wanneer jij je afvraagt aan de kant: hoezo loopt ze niet vrij of waarom start ze zo snel, dan komt dat doordat haar tactische inzicht nog moet groeien. Door vragen te stellen als: “wat gebeurde er?”  help je de sporters met reflecteren op eigen sportgedrag, zodat ze de informatie die tot hen komt steeds beter gaan gebruiken. Met spelletjes stimuleer je de cognitieve ontwikkeling.

We willen al heel snel het serieuze, echte trainingswerk zien, maar juist in spelvorm leren kinderen heel veel en krijgen ze plezier zich in te spannen.

 

Cognitieve kenmerken  Sportcoach in Perspectief
Grote nieuwsgierigheid.
  • Wissel af in spelvormen, ze vinden heel veel leuk.
Kinderen zijn visueel ingesteld en leren door na te doen.
  • Let op hoe je humeur je eigen gedrag beïnvloedt, want de sporters gaan je nadoen.
Leren door herhaling.
  • Geef kinderen de kans op succes en uitdaging in activiteiten. Je zult merken dat als iets beter gaat, dat hij het eindeloos wil herhalen.
Zijn doelgericht.
  • Competitie-elementen vinden ze heel leuk. Vraag na: “hoe ga je het aanpakken?” of “hoe heb je het gedaan?”, zodat ze behalve naar presteren ook naar uitvoering gaan kijken.
Concentratievermogen en geheugen neemt toe.
  • Je kunt de sporters complexere opdrachten geven.